Penvissen op karper, hoe werkt het?

Penvissen op karpers

Penvissen op karper is een spannende en vooral plezierige manier om karper te vangen. Met penvissen op karper kun je in korte tijd een prachtige karper aan de haak slaan. Deze vorm van karpervissen is over het algemeen opwindender en actiever dan de gebruikelijke manier van karpervissen, en het vereist de juiste uitrusting. In deze blog zullen we bespreken wat penvissen precies inhoudt en welke benodigdheden je nodig hebt om een geweldige penvisservaring te beleven.

Wat is penvissen op karpers?

Penvissen is een unieke manier om op karper te vissen. In plaats van te wachten tot de karper naar jou toe komt, ga jij actief op zoek naar de karper. Het is eigenlijk heel eenvoudig. Je zoekt een plek (of meerdere plekken) dicht bij de waterkant. Vervolgens strooi je wat voer voor de karper op deze plek of plekken. Dit geeft de karper de tijd om met vertrouwen te gaan azen. Je kunt echter ook zonder voer de karper vangen met een penvishengel. Met deze methode struin je het water af totdat je de karpers hebt gevonden. Vervolgens probeer je het aas vlak voor de bek van de vissen te presenteren. Karpers schrikken snel, vooral wanneer je ze dicht bij de hengeltop wilt vangen, dus voorzichtigheid is geboden.

Zoals eerder vermeld, is het het beste om op meerdere plekken wat karperaas te voeren om je kansen te vergroten. Dit geeft je de mogelijkheid om in een paar uur tijd verschillende visplekken uit te proberen. Op deze manier leer je het water snel kennen, zodat je de volgende keer nog gemakkelijker een karper kunt vangen. Daarnaast kun je met de penhengel ook goed ander haakaas gebruiken, zoals een zachtgekookte aardappel, wormen of maden!

Geef elke visplek ongeveer 15 tot 20 minuten rust voordat je gaat vissen op karper. Bereid je penhengel daarom niet op de visplek voor, maar op een andere plek waar je niet gaat vissen. Daarna sluip je voorzichtig met je penhengel naar de waterkant. Als je na 15 tot 20 minuten nog geen activiteit hebt gezien, is het verstandig om naar de volgende plek te gaan. Activiteit kan betekenen dat je dobber af en toe beweegt of dat er belletjes verschijnen op de plek waar een karper aan het azen is.

Welke materialen heb je nodig?

Penhengel

Voor een succesvolle penvissessie heb je uiteraard aangepaste karperspullen nodig. Allereerst is een penhengel essentieel. Deze speciale hengels verschillen op verschillende punten van de hengels die gebruikt worden voor statisch karpervissen. Penhengels zijn over het algemeen langer dan normale karperhengels, zodat je het aas geruisloos onder de top kunt laten zakken. Bovendien zijn penhengels flexibeler dan gewone hengels. Hierdoor heb je meer demping en kun je gemakkelijk de vluchtpogingen van de karper afremmen.

Over het algemeen is een karperhengel met een testcurve van ongeveer 2,5lb voldoende. Persoonlijk vind ik een hengel van 13 ft (3,9 m) ideaal als penhengel. Een parabolische karperhengel is aan te bevelen. Deze buigt door tot in het handvat en zorgt zo voor de nodige demping. Daarnaast kan het handig zijn om ook een zeer korte stalkhengel in je hengeltas te hebben. Deze kan bijzonder nuttig zijn op plekken met veel begroeiing. Een lange penhengel blijft namelijk steeds vastzitten in overhangende takken, met alle gevolgen van dien.

De molen

Een goede molen is ook een essentieel onderdeel van je uitrusting voor het penvissen. Het is belangrijk dat je molen goed in verhouding staat tot je hengel, aangezien je de hengel constant in je hand houdt. Daarom geef je de voorkeur aan een lichte karpermolen. Daarnaast is een goed functionerende slip van cruciaal belang bij het penvissen op karper. Het afstellen van de slip is eenvoudig. Bevestig het uiteinde van de lijn aan een vast punt en trek de hengel krom zodat deze een mooie buiging vertoont. Wanneer je vervolgens wat meer kracht uitoefent op de hengel en de vislijn, moet de slip in werking treden. Op deze manier kan je hengel gemakkelijk de eerste klappen van de karper opvangen, terwijl de slip de rest van het werk doet.

De lijn

Een hoogwaardige karperlijn van goede kwaliteit is misschien wel het belangrijkste onderdeel dat je nodig hebt bij het penvissen. Je vist immers dicht bij de waterkant en hebt weinig lijn uitstaan. Hierdoor komt er veel kracht te staan op een relatief korte lengte vislijn. De gebruikte vislijn moet daarom voldoende rek hebben. Daarom is het aan te raden om een nylon lijn te gebruiken tijdens het penvissen. Nylon vislijnen zijn zeer slijtvast en taai. Bovendien hebben ze voldoende rek, wat zorgt voor goede demping van de vluchtpogingen van de karper.

Persoonlijk kies ik ervoor om een vislijn te gebruiken met een dikte van 0,37 mm. Deze lijn heeft een trekkracht van 20lb, wat voldoende is om zelfs grote karpers te drillen. Als er veel obstakels aanwezig zijn, kan het verstandig zijn om te kiezen voor de 0,43 mm versie. Aan de andere kant, als je op relatief kleinere karpers vist in wateren met weinig tot geen obstakels, kun je ook de 0,33 mm versie gebruiken. De lijndikte hangt dus af van de specifieke omstandigheden. Het is ook belangrijk om de juiste knopen te gebruiken en ze te testen. Immers, een knoop is het zwakste punt van de verbinding!

Bij het penvissen op karper is het aan te raden om een nylon vislijn te gebruiken. Nylon heeft namelijk de meeste rek en kan daardoor de klappen van de dril het beste opvangen. Dit is vooral belangrijk omdat het penvissen vaak plaatsvindt dicht onder de hengeltop, waardoor je maar een relatief korte vislijn hebt uitstaan. Kies echter niet voor een te dunne vislijn voor het penvissen; een draad met een dikte van 0,37 mm is een goede keuze.

De dobber

Bij het penvissen op karper is de keuze van de dobber van belang. Er zijn verschillende modellen beschikbaar, waarbij veel afhangt van de waterdiepte die je bevist en of er sprake is van stroming of golfslag. Een schuifdobber is geschikt om grotere dieptes te bevissen dan de lengte van je hengel. Bij dit systeem schuift de dobber over de lijn en wordt met behulp van een stuitje gestopt op de juiste waterdiepte. Voor wateren tot ongeveer 2 à 2,5 meter diep kun je gebruikmaken van een vaste dobber die je op de gewenste diepte vastzet.

Dobber uitloden

Er zijn verschillende manieren om je dobber uit te loden bij het penvissen op karper. Je kunt kiezen voor een liggende haak of een staande haak. Met beide methoden kun je ook op halve waterdiepte vissen, waarbij de staande haak gebruikt wordt. Bij vissen met een liggende haak bevindt het laatste loodje zich gezien vanaf de dobber op de bodem. Het stuk lijn tussen de haak en het knijploodje ligt dan op de bodem. Dit systeem is ideaal voor het vissen in stromend water of wanneer er stroming is. Daarnaast is vissen met een liggende haak zeer geschikt wanneer je met de pen wat verder van de oever wilt vissen. Dit komt doordat de montage redelijk vast ligt en niet snel afdrijft.

Bij vissen met een staande haak is het hele systeem verticaal. Alleen de karperhaak raakt de bodem! Dit systeem is zeer gevoelig en zal zelfs de meest voorzichtige aanbeet registreren. Wanneer het haakaas wordt aangeraakt, geeft de dobber indicatie en laat zien wat de karper doet. Het is duidelijk dat vissen met een staande haak het beste werkt wanneer je onder de hengeltop vist. Indien gewenst kun je met dit systeem ook nog boven de bodem vissen, zodat je ook karpers kunt vangen die niet op de bodem azen.

De haak

De keuze van de juiste karperhaak bij het penvissen hangt af van het gebruikte aas. Als je groot aas gebruikt, zoals deegballen of aardappel, is een grote karperhaak geschikt. Ik gebruik meestal een maat 4 Bow haak voor dit soort aas. Deze haak heeft een rechte punt en prikt goed. Als je echter met klein aas vist, is het aan te raden om een hair rig te gebruiken. In dat geval kies ik voor een maat 8 Bow haak.

Bij het aanslaan van de haak is het het beste om in tegengestelde richting te bewegen! Op deze manier duw je de haak als het ware in de bek in plaats van eruit. Het juiste moment om aan te slaan kan soms lastig zijn. Het hangt af van de loden configuratie zoals eerder beschreven. Over het algemeen kun je het beste wachten totdat de karperdobber goed wegloopt. Soms kan het namelijk voorkomen dat een karper tijdens het azen tegen de lijn stoot en daardoor de dobber iets naar beneden drukt. Dit kan eruitzien als een aanbeet, maar als je dan aanslaat, sla je in de lucht en zal de karper schrikken en van de plek wegzwemmen.

Het voer

Ik maak mijn eigen voer en het bestaat voornamelijk uit granen/zaden, maïs en kikkererwten. Op warme dagen voeg ik soms ook wat hondenbrokken toe om op jacht te gaan naar onderfeet karper. Meestal bereid ik 50 kg voer in een grote speciekuip en laat dit 48 uur weken. Het weken zorgt ervoor dat het volume door uitzetting nog groter wordt. Daarna wordt het gekookt.

Zodra het voer kookt, stel ik de timer in op 30 minuten. Het koken zorgt ervoor dat er attractieve stoffen vrijkomen uit de granen en de korrels worden ook zachter. Het geheel krijgt een specifieke geur die voldoende aandacht van de karper trekt op de voerplek. In tegenstelling tot wat anderen beweren over fermentatie, is mijn ervaring dat als het voer gefermenteerd/bedorven is in een plastic zak, de karper het links laat liggen.

Na het koken en afkoelen van de granen, verdeel ik het in vooraf afgemeten hoeveelheden en bewaar ik het in de vriezer. Voor elke vissessie gebruik ik slechts 1 zak van ongeveer 2 kilo. Zo ben ik de komende 25 sessies voorzien en kan ik er veel plezier aan beleven, zonder dat het veel kost.

Aanslaan en binnenhalen!

Zodra de pendobber begint te bewegen, wordt het spannend! Een trillende dobber kan betekenen dat vissen tegen je lijn aanzwemmen. Wacht dus altijd tot de dobber echt ondergaat en zet dan met een korte, krachtige tik de haak.

Zodra je voelt dat er een karper aan de haak zit, zul je het vanzelf merken! Ze zijn vaak erg sterk en schieten snel weg. Op dit moment zul je merken dat een goed afgestelde slip van pas komt. Wanneer de vis stopt met wegschieten, kun je de hengel naar je toe trekken en de lijn binnenhalen. De vis zal echter weer wegschieten, waarna je dezelfde handeling kunt herhalen. Op deze manier wordt de vis vermoeid en kun je hem langzaam richting de waterkant brengen.

Schep de karper voorzichtig uit het water met een groot schepnet en leg hem op de onthaakmat. Zorg ervoor dat de onthaakmat dichtbij is, zodat je niet met de vis hoeft te lopen! Als je gebruikmaakt van een haak met een hair, is de vis vaak netjes voorin de bek gehaakt. In dat geval kun je de vis eenvoudig met je vingers onthaken. Als de haak dieper in de bek zit, kun je een onthaaktang gebruiken. Een karper heeft een zachte bek zonder tanden, dus daar hoef je niet bang voor te zijn.

Mijn beste karper plekken

Mijn visgebied bestaat voornamelijk uit boezemwateren, waar water wordt afgevoerd naar grotere wateren door middel van gemalen. Met andere woorden, de vissen kunnen er niet uit. Er zijn ook enkele zijrivieren die mijn aandacht krijgen in het vroege voorjaar. Deze zijrivieren zijn erg interessant omdat de ondiepe wateren snel opwarmen. Deze gebieden worden gebruikt als paaiplaatsen en er is vaak veel karper te vangen.

Het is opmerkelijk dat veel mensen de kleinere wateren vaak ten onrechte overslaan, omdat ze aannemen dat er geen karper zwemt. Dat is in veel gevallen onterecht; deze wateren kunnen verrassende vangsten opleveren. Maak hier gebruik van ten opzichte van je medevissers.

De vangbaarheid varieert ook per type water. In de meeste afgesloten wateren wordt bijvoorbeeld mais als gevaarlijk beschouwd, omdat het veel wordt gebruikt als aas. De rivierkarper die de paaiplaatsen bezoekt, is hier echter minder bekend mee en kan gemakkelijker worden gevangen.

Een ander aspect om rekening mee te houden is dat je met het ene aas veel succes kunt hebben, terwijl je de volgende dag met hetzelfde aas geen enkele vis meer vangt. Dit vereist variatie in aassoorten!

Hoe weet ik of er karpers zitten?

Het gezegde ‘zien is vangen’ bevat zeker een kern van waarheid, maar het is geen eenvoudige rekensom. In het begin kan het namelijk behoorlijk lastig zijn om de aanwezige signalen op te merken of correct te interpreteren. Het herkennen van azende of aanwezige vis kan op verschillende manieren gebeuren, maar het vergt oefening en ervaring. De enige manier om dit te ontwikkelen is door veel tijd aan de waterkant door te brengen en veel te observeren. Richt tijdens het vissen niet alleen je aandacht op de dobber, maar gebruik je ogen goed. Soms zijn de signalen overduidelijk, maar vaak zijn ze subtiel. Hieronder noem ik een paar van die signalen.

Aaswolken

Wanneer vissen azen, filteren ze alles wat in hun mond terechtkomt. Ze nemen bijvoorbeeld een hap zand of modder waarin twee maïskorrels zitten. Het zand en de modder worden uitgespuugd via hun kieuwen en de schone maïs wordt opgegeten. Vooral in ondiep water kun je soms duidelijke aaswolken waarnemen. In dieper water is het echter lastiger om aaswolken te herkennen; meestal verandert het water een beetje van kleur en moet je het daarmee doen. Maar zodra je dit eenmaal kunt herkennen, is het vaak overduidelijk.

Aasbellen

Dit zijn bellen die naar het wateroppervlak stijgen boven een azende vis. In de bodem zit gas of lucht opgesloten en wanneer een vis de bodem omwoelt, komt dit vrij. Soms zijn de bellen groot, andere keren klein. Af en toe kunnen er spontaan bellen uit de bodem komen zonder dat er een vis in de buurt is, dit wordt veroorzaakt door luchtdruk- of temperatuursveranderingen. Het lastige is om onderscheid te maken tussen aasbellen en normale bellen. Als het aasbellen zijn, bewegen ze meestal langzaam mee met de azende vis en kunnen ze een spoor vormen. Spontane bellen blijven meer op één plek. Sommige vissers beweren dat ze het verschil kunnen herkennen tussen aasbellen van karper en die van brasem of zeelt, maar mij is dat nog niet gelukt.

Bewegend riet of lelies

Karper is vaak te vinden in de buurt van de oever, vooral in de buurt van houten beschoeiingen of rietkragen. Daar is vaak voedsel te vinden. De vissen kunnen zich gemakkelijk verraden wanneer ze onder water tegen de rietstengels zwemmen, omdat het riet dan boven water alle kanten opschiet. Het vergt enige oefening, maar vaak is het wel duidelijk waar de vis zich bevindt. Lelievelden werken op dezelfde manier. Hier vinden de vissen niet alleen voedsel, maar ook beschutting. Tijdens het paaiseizoen, meestal in mei, gebruiken de vissen de stengels van het lelieveld om hun eitjes op af te schieten tijdens het paaien. Als je voert bij een rietkraag, zorg er dan ook voor dat je een klein beetje voer tussen het riet zelf plaatst. Op die manier kun je door de bewegende rietstengels later sneller herkennen of er vis aanwezig is.

Schimmen

Wanneer het water kristalhelder is, kun je soms perfect zien hoe de vis aast of voorbij zwemt. Maar meestal is het water troebel en is het zicht beperkt. Zelfs dan verraden de vissen zich vaak op subtiele wijze, en zie je hooguit een paar donkere vlekken voorbij schieten. Vooral tijdens warme zomerdagen bevinden de vissen zich vaak wat hoger in het water. Op zulke momenten is een polaroidbril echt onmisbaar.

Tags:

No responses yet

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *